N-VA legt afschaffing provincies weer op tafel

Door Marius Meremans op 2 januari 2018

De provincies raken bijna een tiende van hun personeel en hun budget kwijt. Als het van de N-VA afhangt, worden ze na de verkiezingen in 2019 zelfs volledig afgeschaft.

€95 miljoen en bijna 500 personeelsleden verhuizen

De provincies worden dit jaar verder afgeslankt. Ze zijn niet langer verantwoordelijk voor persoonsgebonden bevoegdheden zoals cultuur, welzijn, sport of jeugd. Ook innen ze geen opcentiemen op de onroerende voorheffing meer. In totaal krijgen de provincies 95 miljoen euro - bijna een tiende - minder budget. Dat blijkt uit schriftelijke vragen van Vlaams Parlementslid Marius Meremans (N-VA) aan zijn partijgenote, minister van Bestuurszaken Liesbeth Homans (N-VA).

Van dat bedrag gaat 72 miljoen euro naar de Vlaamse overheid en 23 miljoen euro naar de lokale besturen, die bepaalde instellingen of bevoegdheden overnemen. Ook bijna 500 personeelsleden verhuizen naar het Vlaamse of lokale niveau. Bij de provincies blijven wel de grondgebonden bevoegdheden over, zoals de crisiscoördinatie op provinciaal niveau of het beheer van natuurgebieden, waterwegen, en delen van het beleid rond leefmilieu en ruimtelijke ordening.

Bij de provincieraadsverkiezingen worden ook minder politici verkozen. Het aantal provincieraadsleden wordt gehalveerd van 350 naar 175. Het aantal gedeputeerden daalt van zes naar vier. Dat levert een besparing van 2 miljoen euro op.

Van afslanking naar afschaffing?


De afslanking is het resultaat van een compromis tussen CD&V en de N-VA bij de Vlaamse regeringsvorming in 2014. De N-VA wou de provincies helemaal op de schop, maar CD&V ging op de rem staan. De christendemocraten vinden een tussenniveau tussen de lokale besturen en de Vlaamse overheid nuttig. Als het aan de N-VA ligt, worden de provincies volgend jaar alsnog afgeschaft. 'We houden ons aan de afspraken ', zegt Meremans. 'Maar als de N-VA in 2019 opnieuw in de regering zit, leggen we de afschaffing van de provincies weer op tafel.'

Nog een aantal onduidelijkheden


Nochtans ging deze hervorming al niet zonder slag of stoot. Zo bleef het voor heel wat instellingen onduidelijk of ze wel bleven bestaan. Voor cultuurinstellingen heeft minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) beslist dat al het overgenomen beleid gedurende twee jaar wordt bevroren, om een vlotte overgang te garanderen. Bij welzijnsinstellingen is meer onduidelijkheid. Zo wordt het Provinciaal Centrum voor Opsporing van Metabole Aandoeningen overgenomen door het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, maar het is nog onduidelijk in hoeverre de werking wordt voortgezet. Het Provinciaal Zorgcentrum Lemberge bij Merelbeke blijft dan weer nog twee jaar bij de provincie omdat Vlaanderen en het lokale bestuur het niet eens raken over de toekomst van de instelling. Bij sommige projecten, zoals de bijzondere vakantiewerking voor kinderen met een beperking, is het nog onduidelijk of ze wel worden overgenomen. Andere instellingen, zoals het Limburgse openluchtmuseum Bokrijk, blijven alsnog bij de provincie. 

Waarom morrelen aan het provinciale niveau?


Is het dan niet beter om de bestuursniveaus even met rust te laten?

'Dit was een belangrijke hervorming die inderdaad niet eenvoudig was', zegt Meremans. 'Niet alle provinciebesturen werkten bovendien even goed mee. Een tussenniveau is overbodig, maar daarvoor hebben we wel grotere gemeenten nodig, die voldoende bestuurskracht hebben.' 'We moeten bij de Vlaamse regeringsvorming al knopen doorhakken over de provincies, maar de volgende stappen kunnen pas ingaan na de volgende gemeenteraadsverkiezingen.' 

Bron: De Tijd

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is